Tijdens openingstijden
Openingstijden: wo: 14.00 uur - 16.00 uur | za: 11.00 uur - 16.00 uur
In de tuin van Raadhuisstraat 133 bevindt zich een restant van een stenen onderhuis, waarop eeuwenlang een molen heeft gestaan…
Rond 1650 bouwde houthandelaar Jan Abrahamsz van Tol op dat stuk buitendijkse grond aan de Rijn een houtzaagmolen. Hij leende daarvoor 22.500 gulden van zijn stief-grootvader Cornelis Willemsz Schaep. Jan runde de houthandel samen met zijn broer Dirck. Vóór de bouw van de molen zaten de families Schaep en Van Tol al met enkele houtwerven en woonhuizen langs de oevers van de Rijn. In 1674 overleed eigenaar Jan Abrahamsz van Tol, waarna de afwikkeling van de erfenis vanwege de hoge schulden enige jaren in beslag nam. Uiteindelijk werden de houtzaagmolen en de bijgebouwen in 1679 verkocht aan Leendert Centen de Groot, die het spul direct doorverkocht aan Lucas van Diepen.
In de jaren daarna wisselde de zaagmolen meerdere malen van eigenaar, totdat er zich in 1742 drie nieuwe eigenaren aandienden, die andere plannen met de molen hadden: Karel Hardus, Jan Hardus en Huijbert van Wetten. Zij bouwden in 1743 de zaagmolen om tot een achtkantige wind-trasmolen, die de naam ‘De Eendracht’ kreeg en zetten er een schuitenhuis en een opslagloods naast.
Tras is een metselspecie uit tot poeder gemalen tufsteen. De grote brokken steen moesten eerst met mokers tot kleinere stukken geslagen worden voordat de dertien grote stampers in de molen deze stukken konden verpulveren tot gruis. De tras werd daarna verder verwerkt tot mortel door toevoeging van kalk en zand. Het stampen van de molen zorgde voor veel lawaai en deed de grond zodanig trillen dat muren van het naastgelegen molenhuis scheurden.
In 1760 ging de trasmolen via publieke verkoop over naar Dirk Ambachtsheer, schepen van Aarlanderveen. De nieuwe eigenaar bouwde verder aan het bedrijf en zette een paar stenen pakhuizen, enkele herenhuizen, een koetshuis en een stalling op en naast de molenwerf aan de Rijn. Ambachtsheer verkocht de molen en de gebouwen in 1778 aan Klaas Stortenbeker, die het op zijn beurt in 1792 weer verkocht aan Gijsbertus Wilhelmus de Willemsen.
Vanaf 1799 was Catharinus Samuel van Kerkwijk uit Aarlanderveen de nieuwe eigenaar. De wind-trasmolen en de bijgebouwen bleven vanaf die tijd bijna 90 jaar in het bezit van de familie Van Kerkwijk. De tras van De Eendracht was van uitstekende kwaliteit en stond hoog aangeschreven. De mortel liet geen water door en was daardoor uitermate geschikt voor kelders en de onderste lagen van stenen muren. Zoon Johannes Catharinus van Kerkwijk verkocht de trasmolen uiteindelijk in 1886 aan zijn neef Jacob van Borssum Waalkes, die er in 1902 o.a. een gasmotor met steenbreker in liet bouwen. De productie was niet langer afhankelijk geworden van wind, waardoor de molen deels kon worden afgebroken. Alleen het stenen onderhuis bleef staan en werd voorzien van een eenvoudig zadeldak.
In november 1912 nam kalkbrander Clant uit Oudshoorn het bedrijf over en maakte van de molen een kalkblusserij. Door een openbare veiling in 1954 werd het bedrijf van de hand gedaan en voortgezet als de Zuid-Hollandse Krijtindustrie van W. Barreveldt. Na de sloop van de restanten van de trasmolen in 1954, verrees op diezelfde plaats, een jaar later, de villa ‘Tras’ … met in de tuin nog een deel van het stenen onderhuis van de molen, ingericht als verhoogde plantenbak. Ten zuiden van de villa staan nog steeds twee oude stenen pakhuizen, waarvan er één is ingericht als dubbele garage behorend bij de villa.
Bronnen:
De Viersprong nr. 17, pag. 17, 1988
De Viersprong nr. 51, pag. 52, 1997
De Viersprong nr. 78, pag. 9, 2004